Tatoeëren is een praktijk die zo oud is als de beschaving, maar duizend jaar nadat we begonnen onze huid permanent te beschilderen, is het nog steeds niet 100% vrij van risico’s. Hier zijn enkele problemen die kunnen gebeuren met tatoeages.
Infecties kunnen worden overgedragen met tatoeage gereedschap. Deze instrumenten komen in contact met bloed en lichaamsvloeistoffen. Als ze niet goed gesteriliseerd zijn, kunnen ze ziekten als hepatitis B, hepatitis C, tuberculose en HIV overbrengen.
De meeste moderne tatoeagestudio’s gebruiken naalden voor eenmalig gebruik, en dit soort problemen komt zelden voor. Tatoeëren door amateurs (zoals in gevangenissen of in tatoeagesalons zonder vergunning) is riskanter.
Allergische reacties op tatoeage-inkt zijn zeldzaam, maar mogelijk. De huid kan reageren op rode, gele en soms witte inkt wanneer een tatoeage wordt blootgesteld aan zonlicht.
Allergische huidreacties zijn van het type huiduitslag. Veel gebruikte tatoeage-inkten hebben een metaalzout en kunnen lood bevatten, maar niet in hoeveelheden die schadelijk kunnen zijn. Organische pigmenten die geen zware metalen bevatten, kunnen problematischer zijn. Er is een statistiek van de Europese Commissie dat 40% van de organische tatoeagekleurstoffen die in Europa worden gebruikt niet zijn goedgekeurd voor cosmetisch gebruik, en dat een kankerverwekkende aromatische amine in 20% van hen zit.
Tatoeages met grote gebieden zwarte inkt kunnen, in zeldzame gevallen, problemen veroorzaken tijdens MRI-scans. Zwarte inkt bevat ijzeroxide, en een MRI-scanner kan het ijzer doen opwarmen door er een elektrische stroom in op te wekken. Zoals gezegd, dit is zeldzaam, en het hebben van een tatoeage mag geen reden zijn om geen MRI-scan te laten maken als dat nodig is.
Tatoeage-pigmenten kunnen verschillende huidaandoeningen uitlokken zoals granulomen, verschillende lichenoïde aandoeningen, cementdermatitis, collageenafzettingen, discoide lupus erythematosus, eczemateuze erupties, hyperkeratose en parakeratose, en keloïden.
Tatoeages kunnen ook na lange tijd dat ze op de huid blijven problemen veroorzaken. Zo kan eczemateuze dermatitis maanden tot wel twintig jaar na de laatste tatoeage ontstaan.
Bij het tatoeëren kunnen bloeduitstortingen (blauwe plekken) ontstaan als een tatoeëernaald een bloedvat doorprikt. Deze blauwe plekken kunnen verschijnen als halo’s rond een tatoeage of als één grotere blauwe plek als het bloed zich verzamelt in een plas, en ze genezen meestal binnen een week.
Sommige grote deeltjes van inktpigment kunnen zich ophopen in lymfeklieren, wat ontstekingen kan veroorzaken. Lymfeklieren kunnen ook verkleuren door het pigment, wat samen met de ontsteking een valse vlag kan zijn als indicator van melanoom. Dit kan de diagnose van melanoom bij een patiënt met tatoeages bemoeilijken.
Bloedverdunners (medicijnen die de bloedstolling tegengaan) kunnen het tatoeëren bemoeilijken omdat ze het bloeden sterker maken. Daardoor maken ze de genezing van een tatoeage langer, en omdat ze de inkt “wegspoelen”, zal het meer tijd (en tatoeëren) vergen om voldoende inkt in de huid te krijgen.
Een algemeen probleem in de Verenigde Staten is dat de Food and Drug Administration tatoeëren of tatoeage-inkt niet reguleert.
Niemand weet zeker wat er in de pigmenten zit die voor tatoeages worden gebruikt, vooral in ultraviolette (UV) inkten en glow-in-the-dark inkten. De FDA zegt dat “veel pigmenten die in tatoeage-inkt worden gebruikt industriële kleuren zijn die geschikt zijn voor printerinkt of autolak”.