De meest voorkomende vorm van tatoeage is tegenwoordig esthetisch (in een bredere zin van het woord). Mensen tatoeëren zichzelf om uiting te geven aan hun opvattingen of gevoel voor schoonheid of om een aandenken aan iets te maken. Maar er is ook een praktische variant van een tatoeage: een medische tatoeage. Ze kunnen verschillende doeleinden hebben, en we zullen er hier enkele noemen.
Sommige medische tatoeages worden gebruikt bij patiënten die lijden aan chronische ziekten of allergieën die, wanneer ze toeslaan, patiënten niet meer in staat stellen te spreken en te vertellen wat hun probleem is. Deze patiënten hebben namen van hun kwalen op een deel van hun lichaam.
Tatoeages worden gebruikt om delen van het lichaam te markeren als hulpmiddel bij radiotherapie. Deze markeringen helpen om de stralenbundel nauwkeurig af te stellen, waardoor het bestralen van omliggend weefsel en schade wordt verminderd.
Sommige legertroepen tatoeëren hun informatie (zoals bloedgroep) op hun lichaam. Het Amerikaanse leger doet dat op de ribbenkast onder de oksel (en militair worden deze markeringen “meta tags” genoemd). Waffen-SS in nazi-Duitsland van de Tweede Wereldoorlog deden ook zoiets. Zij tatoeëerden hun bloedgroep aan de onderzijde van de linkerarm, meestal in de buurt van de oksel.
Wanneer een tepelhof is verwijderd tijdens een borstamputatie of borstverkleiningsoperatie, kan een tepelhof worden getatoeëerd om de patiënte te helpen herstellen.
In de oudheid gebruikten mensen (we hebben mummies uit het Neolithicum, het oude Egypte, China, en andere plaatsen die tatoeages hebben) tatoeages ook als een primitieve variant van geneeskunde en als een vorm van acupunctuur